Tabel 1 Oorzaken en gevolgen van ondervoeding en overvoeding met advies voor klinische aanpak. |
Oorzaken
|
Ondervoeding
|
Overvoeding
|
INNAME |
Voedingsinname te laag
Voedings- en eetproblemen
- Hypotonie
- Kauw- en slikproblemen
- Hypersensitiviteit mond- en keelgebied
- Slechte hand-mond coördinatie en slechte houding
|
Voedingsinname te hoog
- Onvoldoende kennis van voedingsbehoefte
- Compensatie van beperkingen met lekkere producten
- Hoog-calorische sondevoeding of bijvoeding
|
|
Miscommunicatie
- Beperkte mogelijkheid tot uiten van honger en dorst
- Ouders overschatten hoeveelheid ingenomen voeding en onderschatten de duur van de voedingsmomenten
- Gefrustreerde, afgeleide of depressieve ouders
|
|
|
Medicamenteuze therapie
- Vermindering van eetlust (Bijvoorbeeld Topiramaat), interfereren met voedingsabsorptie
|
Medicamenteuze therapie
- Verhoging van eetlust: specifieke medicatie (bijvoorbeeld Risperidon, valproinezuur)
|
VERLIES |
- GER, braken (gastro-intestinale motiliteitsstoornis)
- Malabsorptie
|
|
BEHOEFTE
|
Verhoogde energiebehoefte
- Verhoogd energie verbruik bij recidiverende infecties, spasticiteit, epilepsie
- Ziekte gebonden verhoogd metabolisme (mitochondriële aandoeningen)
|
Verlaagde energiebehoefte
- Verlaagde energieverbruik bij immobiliteit
- Syndroom gebonden verlaagd metabolisme (bijvoorbeeld Down, Prader-Willi, Rubinstein-Taiby syndroom, hypothyreoidie)
|
Gevolgen
|
- Groeifalen
- Algehele zwakte
- Verhoogde prikkelbaarheid
- Verlaagde afweer
- Verminderde perifere circulatie
- Verminderde wondgenezing
- Osteoporose
- Toename van ziekenhuisopnames en doktersbezoek
- Verhoogde kans op complicaties na ingrepen
- Verhoogde mortaliteit
- Verminderde deelname aan (school) activiteiten
- Verminderde kwaliteit van leven
|
- Beperking in mobiliteit
- Moeizamere transfers door ouders/verzorgers
- Secundaire complicaties (metabool syndroom, coronaire hartziekte, hyperlipidemie, diabetes)
|
Aanpak
|
- Evaluatie en optimalisering intake door diëtiste
- Beoordeling en begeleiding eettechniek en –omstandigheden door logopediste en ergotherapeut (H21)
- Medicatie check op bijwerkingen
- Behandelen GER, obstipatie (H23&26)
- Zo nodig aanvullend onderzoek naar onderliggende oorzaken
- Zo nodig starten van bij- en/ of sondevoeding
|
- Evaluatie door diëtiste
- Binnen mogelijkheden van neurologisch functioneren meer bewegen (zwemmen etc)
|
Tabel 2. Knelpunten voor uitvoering en interpretatie van metingen bij kinderen met ernstige meervoudige beperkingen en mogelijke alternatieven. |
Meting
|
Knelpunten
|
Alternatieve methode
|
Gewicht
|
Meting niet betrouwbaar uitvoerbaar vanwege niet goed kunnen staan
|
- Weegschaal voorzien van leuning, rolstoel weegschaal, tillift weegschaal, stoelweegschaal
- Schatten gewicht door subtractie gewicht ouder van gewicht ouder+kind
|
Lengte
|
Meting niet betrouwbaar uitvoerbaar vanwege scoliose, spasticiteit, vergroeiingen, onvoldoende medewerking
|
- Meten van lengte in liggende positie met meetlint (matig reproduceerbaar)
- Meten segmentale lengte en omrekening naar lengte d.m.v. formules* (Let op leeftijdtijdsrange voor toepasbaarheid)
- tibia, kniehiel, ulna, bovenarm
|
Huidplooimeting
|
- Grote inter-observer variabiliteit
- Kan onjuiste weergave geven van hoeveelheid totaal vet gezien vaak abdominale vetopslag
|
- Gebruik specifieke formules** voor berekening totale vetmassa o.b.v. combinatie van huidplooimetingen
- Meer geavanceerde methoden voor bepaling vetmassa zoals BIA/DEXA
|
BIA
|
- Meting niet betrouwbaar door bewegingsartefacten en afwijkende hydratietoestand
- Voor berekening vetmassa ook betrouwbare meting van lengte en gewicht nodig
|
- DEXA
- Huidplooimetingen met formule**
|
DEXA
|
- Apparaat beperkt beschikbaar
- Meting niet betrouwbaar uitvoerbaar vanwege onvoldoende medewerking (stilliggen) en/of vergroeiingen/scoliose
|
- BIA
- Huidplooimetingen met formule**
|
*Formules voor schatting lengte op basis van segmentale metingen: |
|
Formule voor lengte schatting (L, cm)
|
SE van
gemiddelde (cm)
|
Kinderen met cerebrale parese, geboorte - 12 jaar
|
Bovenarmlengte, BAL
|
L= (4.35 x BAL) + 21.8
|
1.7
|
Tibia lengte, TL
|
L = (3.26 x TL) + 30.8
|
1.4
|
Kniehiellengte, KH
|
L = (2.69 x KH) + 24.2
|
1.1
|
Kinderen 6-18 jaar, normaal ontwikkeld; gevalideerd in kleine groep kinderen met CP
|
KH jongen, blank
|
L = (2.22 x KH) +40.54
|
4.21
|
KH jongen, negroide
|
L = (2.18 X KH) + 39.6
|
4.58
|
KH meisje, blank
|
L = (2.15 x KH) + 43.21
|
3.90
|
KH meisje, negroide
|
L = (2.02 x KH) + 46.59
|
4.39
|
Kinderen 5-19 jaar, normaal ontwikkeld
|
RMSE
|
Ulnalengte (UL), jongens
|
L = 4.650 x UL + 1.308 x leeftijd (jaar) + 28.003
|
3.896
|
Ulnalengte (UL), meisjes
|
L = 4.459 x UL + 1.315 x leeftijd (jaar) + 31.485
|
3.785
|
Gebaseerd op tabel uit Samson-Fang L & Bell KL, European Journal of Clinical Nutrition 2013; RMSE = root mean-square error (gemiddelde gekwadrateerde fout)
** Originele Slaughter formules met correcties voor schatten percentage lichaamsvet (%BF) van kinderen met cerebrale parese. |
Populatie
|
|
Som huidplooien (triceps, subscapulair) ≤ 35 mm
|
Slaughter formule a
|
Jongens
Tanner stadium 1, 2; blank
Tanner stadium 1, 2; negroide
Tanner stadium 3; blank
Tanner stadium 3, negroide
Tanner stadium 4, 5; blank
Tanner stadium 4, 5; negroide
Meisjes (alle)
|
%BF = 1.2 (tri + sub) – 0.008 (tri - sub)2 - 1.7
%BF = 1.2 (tri + sub) – 0.008 (tri - sub)2 - 3.2
%BF = 1.2 (tri + sub) – 0.008 (tri - sub)2 – 3.4
%BF = 1.2 (tri + sub) – 0.008 (tri - sub)2 – 5.2
%BF = 1.2 (tri + sub) – 0.008 (tri - sub)2 – 5.5
%BF = 1.2 (tri + sub) – 0.008 (tri - sub)2 – 6.8
%BF = 1.2 (tri + sub) – 0.013 (tri - sub)2 – 2.5
|
Som huidplooien (triceps, subscapulair) >35 mm
|
Slaughter formule
|
Jongens (alle)
|
%BF = 0.783 (tri + sub) + 1.6
|
Meisjes (alle)
|
%BF = 0.546 (tri + sub) + 9.7
|
CP-specifieke correcties van geschatte % BF o.b.v. Slaughter formule (Gurka formule)a
|
Overall correctie
Aanvullende correctie voor:
Jongens
Ernstigere GMFCS (Level III, IV, V)
Negroide afkomst
Pubertair (Tanner 3)
Post-pubertair (Tanner 4, 5)
Som huidplooien (triceps en subscapulair) > 35 mm
|
+12.2
- 5.0
+ 5.1
- 3.1
+ 2.0
- 4.6
- 3.2
|
aVoorbeeld: Jongen zonder negroide afkomst met som huidplooien 20 mm, GMFCS 1, Tanner 3:
Schatting %BF obv Slaughter: 1.2 x 20 – 0.008 (20)2 – 3.4 = 17.4%
Correctie o.b.v. Gurka = 17.4% + (12.2 – 5.0 + 2.0) = 26.6%
|
Tabel 3. Aanbevolen biochemische en hematologische parameters |
- Ureum en elektrolyten
- Kreatinine
- Glucose
- Hb, ht, MCV, ferritine, ijzer, leukocyten en trombocyten
- Calcium, magnesium, fosfaat
- Albumine of prealbumine
- leverenzymen
- Vitamin A/D/E/B12/foliumzuur
- PTH
- Zink, koper, selenium
|
|
Tabel 4. Algemeen advies t.a.v. frequentie van metingen en bepalingen voor adequate monitoring van groei en voedingstoestand. |
Meting
|
Monitoringsfrequentie
|
Gewicht
|
Minimaal 1 x per 6 maanden
Kinderen < 2 jaar frequenter (1 x per 1-3 maanden)
|
Lengte of segmentale lengte
|
Minimaal 1 x per 6 maanden
Kinderen < 2 jaar frequenter (minimaal 1 x per 3 maanden)
|
Bovenarm omtrek
|
Minimaal 1 x per 12 maanden
|
Huidplooien triceps en subscapulair
|
Minimaal 1 x per 12 maanden
|
BIA
|
Indien beschikbaar: minimaal 1 x per jaar
|
DEXA -scan
|
Indien beschikbaar: 1 x per 2-3 jaar
|
Laboratoriumparameters (tabel 3)
|
Minimaal 1 x per 12 maanden
|
*bij kinderen met ondervoeding en/of voedingsinterventie zal de frequentie van monitoring hoger liggen.