Voedingstoestand en groei

Jessie Hulst, Karen Bindels-de Heus


Nutritional assessment
De evaluatie van de groei en voedingstoestand bevat een aantal essentiële onderdelen die samen leiden tot een optimale beoordeling en basis voor een mogelijke voedingsinterventie. Een aantal van deze onderdelen komen in detail aan bod in andere hoofdstukken.

Onderdelen “Nutritional assessment”:

  1. Voedingsevaluatie

  2. Lichamelijk onderzoek

  3. Evaluatie groei en voedingstoestand

    1. standaard metingen

    2. aanvullende antropometrie en methoden voor vaststellen lichaamssamenstelling

  4. Bepalen van de energiebehoefte: H18

  5. Laboratorium parameters


In dit hoofdstuk zullen bovenstaande onderdelen worden belicht met een focus op de toepasbaarheid van de diverse methoden in de dagelijkse praktijk.
 

1. Voedingsevaluatie


Een voedingsevaluatie bestaat uit een uitgebreide voedingsanamnese van wat een kind gemiddeld eet per dag, of er suppleties worden gegeven, welk type drink- en/of sondevoeding, in welke inloopsnelheid, hoe deze voedingsmomenten verlopen, hoe het kind en ouders deze ervaren en of er sprake is van mondmotorische problemen, verslikken, GER of obstipatie of diarree. Geadviseerd wordt de voedingsinname jaarlijks door een diëtist te laten beoordelen op samenstelling en voedingswaarde en actualiseren van de dieetmachtigingen. Er zijn gespecialiseerde (kinder-)diëtisten voor kinderen met een verstandelijke beperking (DietistVGl).

 

Uiteraard moet men op de hoogte zijn van de medische problematiek en actuele medicatie waardoor voedingsproblemen meer of minder op de voorgrond kunnen staan.


2. Lichamelijk onderzoek


Tekenen van ondervoeding bij lichamelijk onderzoek kunnen duidelijk aanwezig zijn en helpen in het vaststellen van ondervoeding.

  • Magere ledematen

  • Slechte perifere circulatie

  • Huidafwijkingen

  • Broos haar

  • Apathie


3. Evaluatie groei en voedingstoestand


De groei van kinderen met een meervoudige beperking is anders dan van kinderen zonder meervoudige beperking. In het algemeen zijn de kinderen kleiner en lichter dan normaal ontwikkelde kinderen en met minder spiermassa en minder botmassa (voor kinderen met CP onderzocht). Verschillende factoren kunnen hierin een rol spelen zoals verminderde inname, genetische aspecten en verminderde mobiliteit. De groei wordt meer afwijkend bij toename van immobiliteit.

Er bestaat geen gouden standaard voor de evaluatie van groei en voedingstoestand bij kinderen met een meervoudige beperking en gangbare methoden kunnen zeer moeilijk toepasbaar zijn. Antropometrische bepalingen bijvoorbeeld zijn vaak lastig uitvoerbaar door bijvoorbeeld spasticiteit, contracturen en scoliose. In een niet gepubliceerde studie in het Erasmus MC Sophia kinderziekenhuis bleken kinderen vanaf 12e levensjaar significant minder gewogen en gemeten te worden tijdens een polibezoek vanwege ontbreken tillift en/ of weegrolstoel.

Opgemerkt moet worden dat onderzoek naar de verschillende methoden voornamelijk heeft plaatsgevonden in de groep kinderen met cerebrale parese, dus de generaliseerbaarheid naar andere groepen kinderen met EMB is niet bekend.

In tabel 2 worden de veelvoorkomende knelpunten van het uitvoeren van standaard metingen en mogelijke alternatieve metingen weergegeven. Het is van groot belang om bewust om te gaan met de voor - en nadelen van de beschikbare methoden en vooral gebruik te maken van het beloop in meetwaarden gedurende follow-up.

 

Laatste gewijzigd op: