Integratieve geneeskunde

Ines von Rosenstiel , Miguette Jadoul, Winnie Schats

 

1.7    Cerebrale parese

Cerebrale parese (CP) is in Nederland de meest voorkomende oorzaak van (motorische) beperkingen bij kinderen. Bijna de helft van alle kinderen in de kinderrevalidatie heeft cerebrale parese, waarbij een deel van de ouders actief interesse toont voor acupunctuur, osteopathische behandeling, hyperbare zuurstof of diverse therapieën met behulp van dieren, zoals Hippotherapie (32-34).

 

Wetenschappelijk onderzoek naar botoxbehandelingen (35), constraint-induced therapies (36) en acupunctuur (22) zijn op kleine schaal bij deze kinderen beschikbaar. De concept-richtlijn diagnostiek en behandeling van kinderen met cerebrale parese toont dat er vooralsnog geen indicatie is voor het toepassen van elektrostimulatie, Vojta therapie en standaard botuline therapie, behalve voor excessief kwijlen (37).

 

Ouders van kinderen met CP vragen kinderneurologen met enige regelmaat hyperbare zuurstoftherapie voor te schrijven. Deze therapie heeft echter niet de steun van de medische beroepsoefenaar, door gebrek aan prospectieve placebo-gecontroleerde studies waarmee kan worden aangetoond dat de zuurstoftherapie leidt tot een significante functionele verbetering op motorisch en cognitief vlak. Voor- en tegenstanders beroepen zich vooralsnog op studies bij 111 kinderen met cerebrale parese, waarbij blijkt dat voor geen van de uitkomstmaten een significant verschil is gevonden tussen de behandelde kinderen en de placebogroep (38).

 

Ook de Adeli therapie als intensieve geïndividualiseerde neurorehabilitatie therapie is bij gebrek aan voldoende bewijsvoering niet opgenomen in de Nederlandse richtlijnen.

Modaliteiten die in het Adeli behandelingsprogramma opgenomen zijn o.a. het Adeli pak, koude- en warmtetherapie, algehele lichaamsmassage, manuele therapie, laser acupunctuur en eventueel andere behandelingen (4) (zie ook de website van de Stichting Lopen Lijkt Zo Gewoon).

 

Therapeutisch paardrijden wordt over het algemeen gebruikt als overkoepelende term voor alle werkvormen waarbij gebruik gemaakt wordt van het paard om de levenskwaliteit van personen met een beperking te verbeteren. De Engelse term Equine-Assisted Therapy (EAT) wordt internationaal gebruikt om de medicinale therapieën met het paard als medium te onderscheiden van paardrijden als recreatief en sportief gegeven.

Orthopedagogische Hippotherapie bij kinderen met beperkingen heeft zijn plek in diverse revalidatietrajecten in de praktijk duidelijk bewezen en is een waardevolle aanvulling op bestaand behandelaanbod. Belangrijk daarbij is de uitvoering door gekwalificeerde therapeuten (Federatie Paardrijden Gehandicapten). Meerdere pilots en eerder verschenen onderzoeken, meestal effectstudies, laten overwegend positieve resultaten zien bij kinderen met een ontwikkelingsstoornis, ASS en CP. In Duitsland vindt er momenteel een onderzoek plaats naar kinderen met CP en Hippotherapie op het bewegingsapparaat en de levenskwaliteit. Een recente Masterthesis orthopedagogiek kon echter het therapeutisch paardrijden als evidence-based practice niet aantonen. De conclusie was dat de onderzochte 27 therapietrajecten en doelgroepen zo verschillend van elkaar waren dat het niet mogelijk bleek om de effecten te vergelijken. Dit neemt niet weg dat paardrijden als ontspanning en als plezierige ervaring van groot nut gebleken is bij sociale integratie van vele KMB (39-41).

 

Laatste gewijzigd op: