De verzorging van de huid bij meervoudig gehandicapte kinderen

Henk Sillevis Smitt

 

Inleiding

Jeuk

Ortho-ergisch, irritatief eczeem

Luierdermatitis

Decubitus

Geneesmiddelen eruptie

Lymfoedeem

Traumata

Literatuur

 

Inleiding

De huid is het grootste orgaan van het lichaam en huidverschijnselen kunnen een belangrijke steun zijn bij het herkennen van allerlei syndromen. Deze diagnostische huidverschijnselen zullen hier niet aan de orde komen. Hiervoor wordt verwezen naar de beschrijvingen van de diverse ziekten en syndromen. In dit overzicht komen “banale” huidafwijkingen aan de orde zoals ze vaak bij meervoudig gehandicapte kinderen gezien worden. De huidafwijkingen van kinderen in het algemeen kunnen de kwaliteit van leven van het kind, maar zeker ook van de familie c.q, verzorgers, negatief beïnvloeden zie ook Figuur 1 (1). Dit geldt ook in het geval van een meervoudig gehandicapt kind.

 

Figuur 1

Figuur overgenomen uit: Basra MK, Finlay AY The family impact of skin diseases: the Greater Patient concept. Br J Dermatol 2007;156:929-37

 

Het is opvallend dat er weinig literatuur over de aanwezigheid van bijkomende huidafwijkingen bij kinderen met een meervoudige handicap bestaat en er ook geen studie naar het effect van deze huidproblemen voor de verzorgers is gepubliceerd. Het blijkt in de dagelijkse praktijk dat ouders/verzorgers veel tobben over de huidafwijkingen bij hun toch al meervoudig gehandicapte kind en hierdoor extra zorgen en vaak ook kosten hebben. Bij fysiek gehandicapte kinderen komen huidproblemen naar schatting bij rond de 35%  van de patiënten voor (2). We maakten een korte rondgang langs een aantal collegae (dermatologen, kinderarts, kinderneuroloog, klinisch geneticus en een arts voor gehandicapten) met de vraag wat voor huidklachten zij bij meervoudig gehandicapte kinderen zagen. Op basis hiervan is een lijstje ontstaan van huidafwijkingen die relatief vaak bij kinderen met een meervoudige handicap gezien worden. Deze huidproblemen zullen beschreven en besproken worden (zie tabel 1). Hierbij zullen ook eventuele interventies ter voorkoming aan de orde komen.

Tabel 1.

 

Jeuk

Jeuk is soms een nuttige prikkel, zo leidt lang in een bepaalde houding zitten of liggen tot ischemie en dit geeft activatie van lokale jeuksensoren. Normaliter zal men dan krabben en van houding veranderen waardoor de bloeddoorstroming weer verbetert, maar dit is voor meervoudig gehandicapte kinderen vaak niet mogelijk. Dit betekent dat als kinderen jeuk kunnen aangeven verandering van houding helpt en bovendien de kans op decubitus verlaagd wordt.

Jeuk over het gehele lichaam kan velerlei dermatologische oorzaken hebben, bijvoorbeeld eczeem of scabiës. In centra waar meervoudige gehandicapten worden verzorgd kan de omgeving droog en de temperatuur vrij hoog zijn en dit leidt tot frequent voorkomen van xerodermie. Deze droge huid leidt tot een jeukprikkel en kan voorkómen worden door de huid regelmatig met een niet sensibiliserende basiszalf in te smeren zoals unguentum leniens (zonder rozenolie). Ook kan men wassen met een badolie in plaats van met zeep en het badwater niet te warm maken.

 

Ortho-ergisch, irritatief eczeem

Veelvuldig contact met water, zeep, of irritativa als speeksel en urine kunnen leiden tot een variant van eczeem die optreedt ten gevolge van de beschadiging van de hoornlaag. Men ziet naast roodheid ook schilfering, erosies, soms ragaden in een vaak onscherp begrensd gebied. Bekende lokalisaties zijn mondhoeken of de gehele peri-orale regio of bijvoorbeeld de vingers.

De meest ideale oplossing is het vermijden van de irritativa. Het voorkómen van sabbelen aan een vinger of kwijlen is heel lastig. Idealiter brengt men een barrièrecrème aan. Men kan gebruik maken van bijvoorbeeld zinkzalf of eventueel regelmatig aanbrengen van vaseline om schade aan de huid te beperken. Bij reinigen liever geen water met zeep gebruiken, maar bijvoorbeeld reinigen met een douche-olie en water. Bij irritatie in de mondhoek kan het afnemen van een kweek op gisten een Candida-infectie uit sluiten.

 

Luierdermatitis

De klassieke luierdermatitis herkent men aan roodheid, erosies en soms in ernstige gevallen ulceraties op de bolle delen van de huid in de luierstreek (dus bovenop de billen, op de schaamheuvel, schaamlippen het scrotum en op de binnenzijde van de bovenbenen waar de luier langs schuurt. Opvallend genoeg blijven in eerste instantie de plooien vrij van erytheem.

Het is in feite een variant van een ortho-ergisch eczeem. De oorzaken zijn:

  • Overhydratie van de huid waardoor de wrijvingscoëfficiënt toeneemt en huidbeschadiging bij wrijven ontstaat
  • Het kapot gaan van de huid wordt bevorderd door interactie van feces en urine wordt de pH hoger en de fecale enzymen actiever en gaat de huid verder kapot
  • gisten (candida na 3 dagen onbehandelde luieruitslag aanwezig, dan ook afwijkingen in de plooien mogelijk) en bacteriën doen de rest
  • cave andere irritantia of allergenen

De preventie bestaat uit het regelmatig wisselen van de goed absorberende luier, billen na schoonmaken zonder zeep droogdeppen, en zinkzalf aanbrengen bij iedere luierwisseling.

De therapie behelst dezelfde onderdelen, maar de zinkzalf wordt vervangen door zinkoxydesmeersel (zinkolie) bij iedere luierwisseling en bij een dermatitis die langer dan 3 dagen bestaat een anti-candidapreparaat.

 

Decubitus

De decubitus ontstaat door een combinatie van druk en ook soms schuifkrachten. Achtereenvolgens ontstaat op drukplaatsen rood-livide niet-wegdrukbare verkleuring (categorie 1 decubitus), een hemorragische blaar of erosie (categorie 2 decubitus), een ulcus (categorie 3 decubitus) en tot slot een ulcus met aantasting onderliggende structuren (categorie 4 decubitus). De lokalisaties zijn bepaald door de plaatsen war veel constante druk op staat.

Behandeling bestaat vooral uit het voorkomen van constante druk op een huidgebied, daarbij is een stramien van wisselligging van belang. Bij categorie 2 appliqueert men zinkoxidesmeersel of zinkoxide 20% in unguentum leniens FNA; bij natten van de huid kan men evt. verbinden, maar pas op voor vouwen in verband. Bij categorie 3 decubitus verwijdert men eventuele necrose en brengt een synthetische wondbedekker aan deze vervangt men regelmatig, waarbij frequentie afhankelijk is van exsudaat. In geval van een categorie 4 decubitus, voegt men aan de therapie van categorie 3 zo nodig natriumhypochlorietcompressen, hydrogel, alginaat- of schuimverband toe; Als de wond schoon is moet eventueel excisie en transplantatie met huid/spierlap overwogen worden(3).

 

Geneesmiddelen eruptie

Bijwerkingen van geneesmiddelen komen veel voor. Maximaal 20% van deze bijwerkingen betreft huidverschijnselen. Bij iedere gegeneraliseerde symmetrische eruptie bij een patiënt die een of meer geneesmiddelen gebruikt (heeft) moet worden gedacht aan de mogelijkheid van een geneesmiddeleneruptie. De huidverschijnselen kunnen sterk variëren. Bij verdenking wordt verwezen naar handboeken.

 

Lymfoedeem

In geval van een verminderde spierpompfunctie, zal langzaam maar zeker bij naar beneden hangen van de benen oedeem ontstaan. Dit maakt het been kwetsbaarder voor verwondingen en leiden tot het optreden van ulcera. Op den duur zal dit oedeem zich ook organiseren en tot lymfoedeem leiden en niet meer geheel te verhelpen zijn met een elastisch compressie verband of een steunkous.

 

Traumata

De meest voorkomende reden van  verwondingen bij meervoudig gehandicapte kinderen is volgens de literatuur kindermishandeling (4). Het gaat met name om verwaarlozing. In dit kader wordt verwezen naar andere bronnen voor verdere informatie over dit onderwerp waarbij de huid een belangrijk alarmerend signaal kan geven.

 

Literatuur

  • Gaebler-Spira D, Thornton LS. Injury prevention for children with disabilities. Phys Med Rehabil Clin N Am 2002; 13:891-906

Laatste gewijzigd op: